Er was een tijd dat ik doodsbang was voor elke levend wezen in de zee groter dan een goudvis. Die angst heb ik in Thailand overwonnen met dank aan mijn duikinstructeur Marcel. Die man straalde zoveel rust uit dat ik me letterlijk als een vis in het water voelde.
Er brak zelfs een tijd aan dat ik een white tip reefshark voorbij zag sjezen en er vol enthousiasme achteraan zwom, mijn buddy (inmiddels mijn echtgenoot Robin) in de steek latend die net op hetzelfde moment een onderwateranemoon aan het fotograferen was. Maar ons grote doel was toch het spotten van de walvishaai. Deze grootste vis in de zee – gemiddeld zo’n meter of acht – komt in grote getalen naar Thaise wateren in een bepaald seizoen met volle maan, en wij waren er precies op het juiste moment. Het kon haast niet missen. Na twee weken moesten we echter het eiland verlaten en constateren dat onze missie was mislukt.
Isla Mujeres, het kleine, schattige en o-zo toeristische eilandje voor de kust van Cancun, blaast onze missie nieuw leven in. Als ze genoeg hebben van Thailand, komen de walvishaaien namelijk massaal naar Yucatan. Precies net nu wij er zijn.
Nadat we hebben ingecheckt bij ons leuke hotel aan het strand, slenteren we door de kleine straatjes van het centrum. Het eiland blijkt een goede mix van het levendige, drukke Avenida 5 van Playa del Carmen met het mooie strand van Tulum. Op Playa Norte kan je zelfs tientallen meters de lichtblauwe zee inlopen zonder kopje onder te gaan. Het eiland doet wat gemoedelijker aan dan de massale toeristenplaatsen aan de kust en toch is een happy hour (twee margarita’s voor de prijs van één) en het daaropvolgende feestje nooit ver weg en stikt het van de leuke souvenirwinkeltjes en restaurants. De Maya-beelden van vrouwen waar het eiland door de Spanjaarden naar is vernoemd (Isla Mujeres betekent Vrouweneiland), zijn vervangen door pittige Amerikaanse dames die veel van de horecagelegenheden lijken te runnen.
WHALESHARKSSSS
Ergens tussen een bezoek aan een wasserette waar we onze vuile was afgooien en één aan een restaurant waar eigenaresse Vivian ons een heerlijke salade serveert, worden we aangehouden door een slissende Spanjaard uit Barcelona. ‘Buenass Diass senor y senora! How would you feel about sssnorkeling with whalesharksss?’ Aangezien duiken met de haaien inmiddels niet meer mogelijk is omdat het de leefomgeving van de dieren te veel verstoort, lijkt snorkelen ons een goed alternatief. Ik besluit het angstige stemmetje in mijn hoofd te negeren dat zich afvraagt zich of ik niet erg klein ben en die walvishaai niet erg groot en me stoerder voor te doen dan ik ben. Dat is dan afgesproken. De volgende dag worden we om zeven uur ’s ochtends opgehaald. Of het niet erg is dat het zo hard regent de hele tijd? ‘Tomorrow the ssun will sshine,’ verzekert de Spanjaard ons. En de kans om de walvishaaien te zien? ‘Ninetynine percent,’ zegt hij even stellig. Dat toeristen de dieren niet zien, heeft hij nog nooit meegemaakt.
Die zon schijnt de volgende dag helemaal niet. Het komt met bakken uit de hemel en onze Spanjaard is nergens te bekennen. Tot zover verbroken belofte numero uno en mislukte poging numero dos. Na duizendmaal excuses van de...
...Spanjaard hebben we nog één dag over voor we weer naar Nederland vertrekken. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, en op de een-na-laatste dag van onze reis staat onze Spanjaard zoals afgesproken wél voor onze deur.
Al barst er tijdens het ontbijt nog een onweersbui los, onze kapitein lijkt er alle vertrouwen in te hebben. Samen met vier Britten en één Israëliër stappen we op een boot waarvan het dak wel erg opvallend afwezig is met de zwarte wolken aan de horizon. ‘No problemo,’ glimlacht de kapitein. Na een uur varen zijn we ongeveer op de plaats van bestemming en kan het afzoeken van het wateroppervlak naar alles wat enigszins op een walvishaai lijkt beginnen.
LIFE OF PI
We dobberen als enige bootje op een compleet lege oceaan. Ik moet denken aan de film Life of Pi die ik op de vlucht vanaf Amsterdam heb gekeken. De kleine Indiase jongen op de boot met de tijger, terwijl ’s nachts onder hem door het glinsterende water een geweldig groot beest voorbij schiet, een prachtige walvis met kleine, witte vlekjes. Die zoeken wij nu ook. En wij hebben weliswaar geen tijger, maar wel vier Britse roodverbrande jongens die de sfeer erin houden. Op het moment dat de golven hoger worden en één van de Britten groen en geel over de reling hangt, zien wij ineens iets groots in de zee drijven, zo’n honderd meter verderop. De overige Britten kloppen hun ongelukkige reisgenoot op de schouder ‘Bad timing, mate!’ en we vliegen naar de kant van de boot vanaf waar het doel van onze tocht goed te zien moet zijn. We horen de kapitein niet die ‘Sit down please!’ roept. Wij hebben alleen nog maar oog voor wat daar in zee beweegt. ‘Wow!’ roept Adam, een van de Britten, opgetogen. ‘Oh my God!’ gil ik enthousiast. ‘It’s huge!’ hoor ik de Israëliër opmerken. We staan elkaar als een stel malloten te verdringen om onze snorkelsets aan te trekken als de kapitein ons mededeelt dat we nu toch echt moeten gaan zitten. ‘It’s only seaweed’, bromt hij. Bij het idee dat we het water waren ingedoken voor een groot veld aan zeewier, moet ik zo hard lachen dat ik er buikpijn van krijg.
Na nog drie uur ronddobberen is het lachen me wel vergaan. Ik zie haast scheel van het turen. De walvishaaien en alle andere levende onderwaterwezens houden het vandaag lekker voor gezien. De zee is een gesloten boek met goed bewaarde geheimen. Net als de kapitein om wil keren en de terugtocht wil beginnen, komt er toch wat naar boven. Ik zie hoe metersgrote grijze mantraroggen met wijd opengesperde bek langs de boot zwemmen, op jacht naar visjes. Op de terugweg worden we vergezeld door dolfijnen die mee springen met het ritme van de boot. Al vinden we dit ook geweldig, toch keren we enigszins teleurgesteld terug. De hoofdpersoon van het verhaal heeft zich niet laten zien.
Bij terugkomst blijkt dat door de storm van de laatste dagen wij en één boot met Japanners de enige toeristen op zee waren die middag. Normaal zijn er tientallen boten die de oceaan afspeuren en dat maakt de kans een stuk groter om ze te zien. En misschien heeft de storm er ook wel voor gezorgd dat de walvishaaien even een andere route hebben gekozen. Of onze Spanjaard is een kleine oplichter. We komen het niet te weten. Aan de noordkant van het eiland genieten we vanaf de schommelstoelen aan de bar van ons hotel, met onze voeten in het zand, van de mooiste zonsondergang die we tijdens onze reis hebben gezien. Ach, dan maar even geen grootse verhalen als we terug zijn. Het geeft ons weer een goede reden om onze volgende verre reis uit te zoeken. Wij gaan de walvishaaien achterna.
Let's go to…
My World is Yours hecht belang aan het onafhankelijk kunnen schrijven over de bestemmingen. Ben je geïnspireerd geraakt door de verhalen en/of heb je bruikbare tips gekregen en zou je in de toekomst graag meer reisverhalen lezen op My World is Yours? Doe dan hier een kleine bijdrage voor het onderhouden en uitbreiden van deze website. Alvast heel erg bedankt!
My World is Yours hecht belang aan het onafhankelijk kunnen schrijven over de bestemmingen. Ben je geïnspireerd geraakt door de verhalen en/of heb je bruikbare tips gekregen en zou je in de toekomst graag meer reisverhalen lezen op My World is Yours? Doe dan hier een kleine bijdrage voor het onderhouden en uitbreiden van deze website. Bij een bijdrage vanaf € 5,- ontvang je een mooi vormgegeven e-book (in PDF) van een land naar keuze. Alvast heel erg bedankt!
en ontvang een e-book